Gemeenten proberen dieren te helpen door groene lampen in de straatverlichting te doen. Dat kunnen ze beter laten...
Dit weekend gaat de zomertijd in. Lekker lange avonden. Mensen houden daar wel van. Maar duister is ook belangrijk. En dat duister wordt steeds zeldzamer, schrijft onderzoeker Kamiel Spoelstra deze week in het blad Zoogdier van de Zoogdiervereniging. In ons land is steeds meer licht door steden, kassen, verkeer, industrie.Lantaarnpalen op het Hijkerveld
Spoelstra onderzoekt het effect van lichtvervuiling op planten en dieren. Op verschillende plaatsen in ons land heeft hij rijen lantaarnpalen staan met verschillende kleuren licht. Onder andere op het Hijkerveld staat zo'n proefopstelling. De lantaarnpalen hebben wit, blauw, rood en groen licht.
Groen is fout
Vleermuizen reageren heel sterk op licht. Tenminste: de grote, langzaam vliegende soorten. Het idee is dat die sneller gepakt worden door bijvoorbeeld een uil omdat ze langzamer vliegen en daarom licht mijden. Snelvliegende dwergvleermuizen hebben veel minder last van licht, ze komen zelfs vaak af op de insecten die rond lampen vliegen.
Uit het onderzoek blijkt nu dat vooral groene en blauwe lampen door grote vleermuizen gemeden worden als de pest. Dat is ook wel logisch, zegt Kamiel Spoelstra. Want 's nachts heb je vooral blauwig of groenig licht. Dieren die 's nachts leven hebben daarom ogen die extra gevoelig zijn voor licht waar veel blauw in zit.
Rood licht werkt nauwelijks verstorend. Assen zou dus langs de Hoofdlaan in het Asserbos de groene 'natuurvriendelijke' lampen veel beter kunnen vervangen door rode. Maar dat schijnen mensen weer niet prettig te vinden...
Door: Jan Dijk