Help vogels de koude dagen door

Woensdag 30 Januari 2019
  • Pinda's bevatten vetten die vogels helpen tegen de kou (foto: Pixabay)

Door de kou van de afgelopen weken hebben de vogels het moeilijk. Om de vogels te helpen deze barre weken te overleven kun je ze bijvoeren. Maar hoe doe je dat? Wij beantwoorden het in vier vragen.

1. Waarom is het belangrijk om vogels te helpen?
Door de kou kost het vogels veel energie om de winterdagen te overleven. Ze moeten namelijk hun lichaamstemperatuur op 40 graden houden. Daarnaast zijn de koude nachten lang en de dagen kort, waardoor er weinig tijd is om eten te zoeken.

Door de kou verliezen kleine vogels soms wel 10 procent van hun gewicht in een nacht. Daarom is het belangrijk om vogels 's ochtends vroeg of 's avonds te voeren. 's Ochtends hebben ze het nodig om aan te sterken, 's Avonds om voldoende energie te krijgen om de nacht door te komen. 

Sneeuw en vorst zorgen voor extra problemen. In een met sneeuw bedekte bodem is het moeilijk om voedsel te vinden en als de grond bevroren is, is hij te hard om met een snavel in te pikken. Bovendien is het niet mogelijk om water te drinken of een vis uit het water te halen als het bevroren is. 

2. Hoe kun je vogels helpen?
Omdat vogels veel energie verbruiken, hebben ze vet nodig. Vetbollen zijn hier een goede oplossing voor, maar ook in pinda's en zonnebloempitten zit veel vet. Pinda's kun je in een silo neerzetten of je kunt ze rijgen aan een ketting. Vooral koolmezen, pimpelmezen, boomklevers, sijsjes en spechten zijn er dol op. 

Daarnaast is het goed om bij vorst drinkwater neer te zetten. Zet geen warm water neer, maar maak eventueel wat ijs kapot zodat de vogels ijssplinters kunnen pikken. Bij sneeuw is dat niet nodig, ze halen dan hun vocht uit de sneeuw. 

3. Eten alle vogels hetzelfde?
Nee, aan de vorm van de snavel kun je zien wat vogels het liefst eten. Ook de plek waar je voedsel neerlegt verschilt per soort. Zo zijn merels en zanglijsters gek op krenten, rozijnen en fruit dat ze eten vanaf een sneeuwvrije beschutte plaats op de grond. Mezen eten het liefst van vetbollen, pinda's en zonnepitten die liggen op een voedertafel, in een voederhuisje of aan een boom hangen. 

Een winterkoning, heggenmus en roodborstje kun je goed bijvoeren met ongekookte havermout. Dit leg je op een zeer beschutte plek die sneeuwvrij is. Andere mussen, vinken en groenlingen zijn dol op zonnepitten en onkruidzaden die op de grond of een voedertafel liggen.

4. Kun je nog meer doen dan alleen bijvoeren?
Jazeker, je kunt bijvoorbeeld nestkastjes ophangen. Nestkastjes zijn in de winter een goede plek om te schuilen en te slapen. Dat doen ze niet altijd alleen, sommige vogels kruipen samen in zo'n schuilplekje om warm te blijven. 

Ook kun je in je tuin een rommelhoekje maken. Dat is een hoekje in de tuin waar je eigenlijk niets mee doet. Veeg de bladeren in je tuin naar dit hoekje en leg er wat takken en stenen neer. Hiermee creëer je niet alleen een fijne plek voor vogels, ook egels en insecten zijn er dol op. En die laatste betekent dat er weer eten is voor vogels. 

Contact
opnemen