De grootste groep ooievaars van Nederland werd tijdens de wintertelling geteld in het Reestdal. Daar is het ooievaarsbuitenstation De Lokkerij bij De Wijk. In het Reestdal werden in totaal 108 ooievaars geteld.
Geen trek in trekOoievaars zijn eigenlijk trekvogels, maar er zitten er nu nog zeker 547 in Nederland. Tenminste, dat is het aantal ooievaars dat is gespot tijdens een speciale wintertelling. De vogels die nog hier zijn, voelen kennelijk niet de aanvechting om naar zuidelijker contreien te trekken.
In totaal deden 243 mensen mee aan de telling, die was georganiseerd door de organisatie STORK (Stichting Ooievaars Research & Knowhow). Stork is ook het Engelse woord voor ooievaar. Vorig jaar werden bij de telling iets meer ooievaars gezien: 650. Het zou kunnen dat het aantal nog wat stijgt, omdat mensen hun waarneming soms een dag later pas doorgeven.
Een duidelijke verklaring voor het feit dat zoveel ooievaars hier blijven, is er niet volgens een woordvoerster van STORK. "Het kan zijn dat het met de zachte winters te maken heeft. We willen mensen er in elk geval bewust van maken dat ze ooievaars niet moeten voeren. Laat ze hun eigen gang gaan.''
Nederland telt in het voorjaar meestal zo'n duizend nesten. Jonge ooievaars trekken doorgaans wel naar het zuiden in de winter, het zijn vooral de oudere dieren die hier blijven.