Zodra deze plant in bloei staat, kun je er niet omheen: het vingerhoedskruid. Van mei tot oktober zie je de slanke stengels met felroze, zachtroze of witte bloemtrossen staan wuiven in het veld. De losse bloemen lijken op vingerhoedjes, vandaar de naam.
Hommels brengen graag een bezoek aan de bloemen en aangezien deze plant uit de weegbreefamilie tot twee meter hoog wordt en wel honderd kan bloemen dragen, is het een aanwinst voor de omgeving. De bestuiving geschiedt door de hommels die helemaal in de bloemkroon kunnen verdwijnen.
Schuilplek
In het boek Plantenschat: Inleiding tot de kennis der flora van Nederland - gepubliceerd in 1898 - noteren de Groningse schrijfster en lerares Frederike van Uildriks en de Friese natuurwetenschapper Vitus Bruinsma over het vingerhoedskruid: 'Voor insecten heeft zij grote bekoring, bij slecht weer en in koude nachten vinden zij er een warme schuilplaats; de plaatsing der bloemen aan één zij van den tros door de buiging der bloemstelen, vergemakkelijkt waarschijnlijk het insectenbezoek.
Medicijn
De plant komt van nature voor op open plekken in het bos, op kapvlakten of langs bosranden. Al eeuwenlang wordt de soort gekweekt als sierplant én als medicinale plant. De plant staat te boek als zeer giftig en bevat digitalis. Hiervan wordt het medicijn digoxine gemaakt dat van invloed is op de pompkracht van het hart en gebruikt wordt bij bepaalde hartritmestoornissen.