De ophef over de wolvenexcursie van Natuurmonumenten op het Dwingelderveld heeft niet geleid tot een grote toeloop. Er was ruimte voor twaalf deelnemers, maar het waren er zaterdag maar acht, en dat waren geen doorsnee deelnemers. Drie journalisten, een woordvoerder van Natuurmonumenten, twee vriendinnen en een jong stel deden gisteren mee aan de twee uur durende excursie. Drie deelnemers kwamen niet opdagen.
Volgens gids Barbara, vrijwilliger bij Natuurmonumenten, was er veel belangstelling voor de wolvenexcursies toen die in augustus van start gingen in Drenthe. De groep van gisteren vond ze heel geïnteresseerd, maar de sfeer is niet altijd zo goed. "Mensen stellen soms kritische vragen of gaan door mij heen praten. Dan zeg ik dat ik eerst mijn verhaal wil doen en dat ze daarna hun mening kunnen geven."
Afgelopen week ontstond een rel na een tweet van LTO Noord voorman Dirk Bruins dat de wolvenexcursie een verdienmodel zou zijn. LTO Noord lanceerde daarna de wolvensafari, die langs schapenhouders zou gaan die dode schapen hadden als gevolg van een wolvenaanval. Hoewel serieus bedoeld, was het meer een poging om het onderwerp wolf nog hoger op de agenda te krijgen dan het al stond.
Geen verdienmodel
Natuurmonumenten houdt al vier jaar wolvenexcursies op de Veluwe en sinds augustus dit jaar in Drenthe. Niet-leden betalen 12,50 euro en leden krijgen korting. Gemiddeld doen volgens woordvoerder Fred Prak zo'n acht deelnemers mee. "We hebben de excursie in Drenthe nu acht keer gegeven en de inkomsten daarvan zijn in totaal 600 euro. Daar moeten de kosten nog vanaf, zoals de kosten voor de scholing van vrijwilligers die de excursie geven. Als dit het verdienmodel is van Natuurmonumenten, dan zijn we volgende week failliet."
Gids Barbara noemt het aan het begin van de excursie een complimentje van de natuur dat de wolf na 150 jaar is teruggekeerd. "Blijkbaar doen we iets goed. Hij is hier zelf naartoe gekomen. Het is niet zo dat de wolf hier is uitgezet omdat wij willen dat die terugkeert. Wij hebben niet te bepalen of de wolf hier hoort, dat doet die zelf."
Een van de deelnemers zegt mee te lopen omdat ze een brede interesse in de natuur heeft. Ze voert ook veel gesprekken over de natuur en de wolf en dan helpt deelname aan de excursie bij het voorzien van de nodige argumentatie.
Fabel: wolf valt mensen aan
Met een handpop van een wolf illustreert de gids dat er veel fabeltjes de ronde doen over de wolf. "Een van die fabels is dat de wolf mensen aanvalt. Nou, daar is die veel te schuw voor. Hij zal ons altijd uit de weg gaan", zegt Barbara.
Maar hoe zit het dan met die wolf op de Veluwe, die nu omdat die zich regelmatig ophoudt dichtbij mensen, door het gebruik van paintballgeweren moet leren dat hij toch echt bang hoort te zijn voor de mens? Die is toch bepaald niet schuw te noemen. Een filmpje van een wolf die een fietser achterna ging op de Veluwe ging donderdag viral. Ook in Drenthe zijn er signalen van wolven die mensen van dichtbij benaderen. Zo heeft VVD-Tweede Kamerlid Mark Strolenberg melding gekregen van een wolf die een fietser achterna zat in Wittelte.
In het concept wolvenplan, dat momenteel door de provincies van commentaar wordt voorzien, staat het volgende over een confrontatie tussen de wolf en de mens: 'Wolf tolereert bij herhaling dat mensen hem naderen tot minder dan 30 meter: probleemsituatie.' En als het veranderen van het gedrag van de wolf niet lukt, dan is er sprake van een probleemwolf die moet worden afgeschoten. Dat kan nu al; daar is geen nieuw beleid voor nodig.
Wolf voeren creëert probleemwolf
"Die wolf op de Veluwe is een jonge wolf die de mens nu blijkbaar associeert met voedsel. In Duitsland is er een voorbeeld van een wolf die is afgeschoten omdat die werd gevoerd door militairen op een oefenterrein", zegt Fred Prak, woordvoerder van Natuurmonumenten. Het klinkt misschien wat gek om de wolf op de Veluwe met paintballen te bekogelen, maar het zou volgens hem mogelijk kunnen helpen om iets aan die associatie 'mens = voedsel' te kunnen veranderen en te zorgen dat de wolf weer een gezonde angst voor mensen krijgt.
Barbara vertelt dat het menu van de wolf voor iets meer dan de helft uit reeën bestaat. Daarnaast eet de wolf hazen, konijnen en damherten. Op de Veluwe wordt dat menu aangevuld met wild zwijn en edelherten. Die laatste behoren tot de categorie grootwild en daarvoor is wat de provincie Drenthe betreft hier geen ruimte voor.
De provincie Drenthe hanteert voor wilde zwijnen een nulstand. Spontane vestiging van edelherten, die van elders de provincie mogen binnenlopen, kan nog jaren duren. De reeënpopulatie wordt beheerd omwille van de verkeersveiligheid. Een voorstel van de Partij voor de Dieren in Provinciale Staten die opriep om faunabeheerplannen aan te passen vanwege de aanwezigheid van de wolf, werd eind september verworpen.
De wolf valt in Drenthe en Friesland heel veel schapen aan en zelfs ook kalfjes en pony's. Dat roept de vraag op of er voldoende wild te eten is voor de wolf in Drenthe. Volgens Prak is er eten genoeg voor de wolf in Drenthe. "Er leven in Nederland op dit moment meer wilde hoefdieren dan ooit in de afgelopen paar honderd jaar. Op basis van die wildstand is er mogelijk plaats voor zestien roedels in heel Nederland. In Drenthe wordt het de wolf nu alleen te makkelijk gemaakt om een schaap te kiezen in plaats van achter reeën aan te gaan", aldus Prak. Gids Barbara vergelijkt het grijpen van schapen door de wolf met een bezoekje van mensen aan McDonalds. Snel en makkelijk eten.
Eind september werd een voorstel aangenomen in de Provinciale Staten die oproept om de wolf te gaan beheren. Gids Barbara wijst erop dat het zinloos is om een wolf af te schieten of te verjagen. "Dan komt er een territorium vrij voor weer een andere wolf. Als er eenmaal een roedel in een gebied is gevestigd, dan duldt die geen andere wolven in hun territorium. De belangrijkste vijand van de wolf is een andere wolf."
Vee beschermen is nodig
Prak voegt daaraan toe: "Dat de schapenhouders met de komst van de wolf er een serieus probleem bij hebben, erkent Natuurmonumenten. Maar juist als schapen een makkelijke prooi voor de wolf zijn creëer je dus eigenlijk leefruimte voor meer wolven."
Vorige maand bleek uit onderzoek van wolvenkenner Hans Hasper dat minder dan tien procent van de schapen in zuidwest-Drenthe achter een mogelijk wolfwerend raster staan. Mogelijk, want het was een op het oog goed geplaatste wering en dat wil niet zeggen dat het ook daadwerkelijk goed was geplaatst. En uit een enquête van Annet Muller-ter Veen uit Appelscha onder duizend eigenaren van landbouwhuisdieren kwam naar voren dat 40 procent van hen geen kans ziet om wolfwerende rasters te plaatsen, vanwege de onuitvoerbaarheid en het ontoereikende subsidiebedrag.
Aanval op mens zeer uitzonderlijk
Gids Barbara zegt aan het einde van de excursie dat ze hoopt dat de informatie over de wolf de angst heeft weg kunnen nemen. Maar angst voor de wolf was er bij de deelnemers bij aanvang van de excursie waarschijnlijk al niet. Angst voor de wolf bestaat op dit moment vooral bij de inwoners van zuidwest-Drenthe. Maar uit onderzoek blijkt dat er in heel Europa en Noord-Amerika maar dertien gewelddadige confrontaties zijn geweest tussen de mens en de wolf in de afgelopen 18 jaar.
"Deze aanvallen zijn veelal veroorzaakt door gewenning aan mensen, via bijvoorbeeld open vuilstortplaatsen en andere van mensen afkomstige voedselbronnen. Slechts in één geval in Noord-Amerika lijkt een verwonding en de erop volgende verzwakking van de wolf de aanleiding te zijn geweest van een aanval", zo schrijven de onderzoekers.
De ervaring in Duitsland leert dat na een periode van ongeveer vijf jaar de angst dat de wolf mensen aanvalt, weer overwaait. Volgens Prak is het begrijpelijk dat veel mensen angst ervaren en bang zijn dat hun dieren worden aangevallen. "De uitdagingen in Noord-Nederland of Drenthe zijn niet anders dan in Duitsland. Natuurlijk heb je lokale verschillen en daarom is het ook zo belangrijk hier te leren en te werken aan oplossingen. Wij hopen echt dat de provincie daarin het voortouw neemt. Met goede voorlichting, financiële steun, het bij elkaar brengen van kennis en betere regelingen voor preventie kan dat", aldus Prak.