Het gentiaanblauwtje is een vlinder met een bijzondere leefwijze. De vlinders leggen hun eitjes alleen op klokjesgentianen en de rupsen zijn afhankelijk van verzorging door knoopmieren.
Op verschillende plekken in het Dwingelderveld staan klokjesgentianen en komen gentiaanblauwtjes voor. Omdat het niet zo goed gaat met de soort, houden vrijwilligers de ontwikkelingen nauwgezet in de gaten.
Voor de ROEG!-serie over nieuwe natuur waren we in de zomer bij een tel-actie. Kijk de volledige uitzending over het Dwingelderveld hier terug.
Voldoende
De vrijwilligers bekijken ieder jaar of de vlinder zich voldoende voortplant en of er genoeg klokjesgentianen in het veld staan. Het is bijna een militaire operatie. "Wij lopen op linie", legt Hans Krol van Natuurmonumenten uit. "Als je een klokjesgentiaan of een groepje vindt en je telt bijvoorbeeld vijf stengels en in totaal 23 eitjes, dan roep je hardop 5:23."
(de tekst gaat verder onder de video)
De vrijwilligers zijn hard nodig bij het tellen, want het Dwingelderveld is een groot heidegebied. "We lopen nu met zes man, maar eigenlijk is een man of acht man beter om dit soort plots op linie op te kunnen pakken", vertelt Krol. "Er staan twintig vrijwilligers op papier, maar niet iedereen kan elke dag. We tellen vier weken lang op dinsdag, woensdag, donderdag en zaterdag. We zitten nu al in week vier, de vliegtijd is klaar voor de vlinders en we proberen deze week af te ronden."
Ingewikkeld
Gentiaanblauwtjes zijn zogenaamde mierenblauwtjes. De rupsen van de vlinder moeten meegenomen worden naar het mierennest om daar uit te groeien tot vlinder. "De soort heeft het zichzelf niet makkelijk gemaakt, ze heeft een specifieke waardplant nodig én een specifieke waardmier. We hopen dat de vlinder de overstap naar dit gebied kan maken. Maar de vlinder vliegt niet ver. Een verspreiding van de populatie is best wel lastig."