Is de wolf welkom in Nederland? Dat was de vraag die maandagavond centraal stond bij het eerste spoeddebat van het Dagblad van het Noorden. In de schaapskooi van Balloo gingen gedeputeerde Henk Jumelet, oud-staatssecretaris Henk Bleker, Glenn Lelieveld van Wolven in Nederland en Ingrid van Huizen van LTO Noord met elkaar in debat.
Ruim tweehonderd belangstellenden kwamen naar het debat om te luisteren en mee te discussiëren over de wolf. De conclusie van de avond was helder: de wolf komt, daar kunnen we niets aan veranderen. Daarvoor moeten maatregelen genomen worden en moet er een fatsoenlijke vergoeding komen. Zowel voor de kosten voor het nemen van preventieve maatregelen als voor de schade aan de dieren.
'Gaat goed met diersoorten die we lang niet zagen'
“We zien dat het goed gaat met diersoorten, in ieder geval diersoorten die we hier lang niet zagen. Dat zie je aan de otter, de bever, de das en nu ook de wolf", zegt gedeputeerde Jumelet. “De wolf, die is er gewoon. Het is niet zo dat er bij de grens een bordje staat met van harte welkom en kijk maar of je het wat vindt”.
Het is duidelijk dat de wolf komt. Maar is iedereen daar blij mee? “Er zijn ook zorgen en angst, dat kom ik vaak tegen, in tegenstelling tot vreugde”, vertelt Jumelet. “Ik maak me dan ook zorgen over de schades.” LTO-er Van Huizen beaamt dat. “Het lijkt alsof overal de vlag uithangt, alsof iedereen het leuk vindt. Maar schetsen we niet een te schattig beeld van de wolf? Is er wel genoeg ruimte. Uiteindelijk krijg ik twijfel, willen we de wolf wel in Nederland?”
Oostvaardersplassen
Met de komst van een enkele wolf die op zoek is naar een nieuw territorium is het niet ondenkbaar dat een roedel een thuisplek gaat vinden in Nederland. “Dat bepaalt de wolf zelf, je hebt weinig keuze. Als ik het zou willen, dan had ik die wolven al naar de Oostvaardersplassen gestuurd. Maar dat is niet te doen. In Zweden proberen ze dat bijvoorbeeld. Daar willen ze dat de wolven niet bij de elanden komen. Die verdoven ze dan, halen ze op en zetten ze kilometers verderop uit. Maar binnen een paar weken is hij weer terug.”
Toch zullen de gevolgen voor de schapenhouders dan volgens Lelieveld aanzienlijk minder zijn. “Als een wolf een eigen leefgebied heeft, zal hij zijn gebied leren kennen. Hij kijkt waar hij daar eten kan vinden. Dat zal wild zijn, zoals reeën. De schapen laat hij dan links liggen. Hij zal ook minder worden aangereden. De wolf weet dan waar de gevaren zijn en waar zijn voedsel is. Het probleem nu is dat ze nog rondzwerven", zegt Lelieveld. "Ze kennen het gebied niet. Als een wolf drie dagen heeft rondgezworven en hij ziet geen ree, dan wil hij wel een schaap pakken. Hij is dan inderdaad opportunistisch."
'Ga er niet mee knuffelen'
Bleker roept vooral op om nuchter met de komst van het dier om te gaan. “Maar ga er niet mee knuffelen. Zorg voor goede preventieve maatregelen die wat mij betreft voor 50 procent door de overheid worden vergoed, maar ook voor een snelle schadeafhandeling, geen administratiekosten enzovoort.”
'Zijn al die kosten nodig?'
Preventieve maatregelen waar de panelleden op doelen is vooral afrastering. Toch heeft het publiek daar moeite mee. Afgerasterde gebieden zijn te groot en de kosten zijn volgens hen erg hoog. Schaapherder Marianne Duinkerken heeft haar bedenkingen bij al deze maatregelen.
Volgens de herder is het vooral belangrijk om het quotum in de gaten te houden. “Je moet ervoor zorgen dat er niet te veel roedels zijn in Nederland, dan heb je ook geen probleem. Op een gegeven moment is die wolf wel verzadigd, dan is het probleem opgelost. Het is toch zonde van het geld om al die maatregelen te nemen"
De toekomst moet het leren
Toch zijn de vier sprekers het niet eens wat de wolf in Nederland uiteindelijk doet. Is het zo dat als de wolf eenmaal gevestigd is en een territorium heeft, de schapen grotendeels links laat liggen en op reeënjacht gaat, zoals Bleker en Lelieveld beweren? Of wordt de angst van de agrariërs en LTO werkelijkheid en kun je onderzoeken uit Duitsland en Polen niet in Nederland toepassen, omdat het leefgebied anders is? Dat zal de toekomst moeten leren.
Door: Laura Smit