De goudjakhals kwam in beeld tijdens de onderzoeken van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Voor het NEM werken vrijwilligers en organisaties samen om data van de natuur te verzamelen. De goudjakhals wist tot nu toe buiten beeld te blijven.
Cindy de Jonge-Stegink uit Assen is een van de vrijwilligers die meehelpt om gegevens over de natuur te verzamelen. Ze is regiocoördinator otter- en bevermonitoring en stuurt vrijwilligers in Drenthe aan. "We zijn de ogen en oren in het veld. Dat is heel waardevol en zinvol: we maken bijvoorbeeld inzichtelijk waar knelpunten liggen. Overheidsorganisaties kunnen daar weer hun beleid op afstemmen."
Onderzoeken
Vanuit het NEM worden sinds 1999 op diverse plaatsen in Nederland onderzoeken uitgevoerd. Zo is onder meer dankzij het NEM duidelijk hoe het met de dagvlinders in Nederland gaat en worden amfibieën, broedvogels en vele andere soorten gevolgd. Partners in het NEM zijn onder meer de provincies, het Centraal Bureau voor de Statistiek en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Unieke pootafdruk
Om te monitoren worden wildcamera's gebruikt. Maar De Jonge-Stegink gaat ook vaak sporen zoeken. "Een spraint van een otter heeft net zoveel waarde als een foto. Dat geldt ook voor prenten", zegt ze. Sporen van de goudjakhals heeft ze niet gevonden. "De goudjakhals heeft een unieke pootafdruk, de zooltjes van de twee voortenen aan de achterzijde zijn met elkaar vergroeid. Maar die afdruk is bijna niet te onderscheiden van bijvoorbeeld een vos of een hond." Bovendien markeert de goudjakhals nauwelijks z'n leefgebied.
"Het is werkelijk een prestatie dat de goudjakhals op eigen houtje hiernaartoe is gekomen, zonder dat hij eerder opgemerkt is. Hij heeft vele wegen moeten oversteken, waar ook vaak dieren worden doodgereden. Blijkbaar is het een heel slim dier."