Bomenkap zorgt voor veel emoties. Dat werd gisteren nog maar eens duidelijk in de wijk Emmerhout in Emmen. Bewoners reageerden daar met verontwaardiging op de kap van zo'n duizend bomen in de naastgelegen Emmerdennen. Waar komen die emoties vandaan?
De afgelopen weken liet Staatbosbeheer in een bosvak aan de kant van Emmerhout her en der grote en kleine bomen kappen. Boswachter Linde Veldhoen omschreef het als 'licht regulier onderhoud'. Maar omwonenden waren woest. "Naar mijn idee is er klakkeloos gekapt", zei iemand. "Ik heb het idee dat Staatsbosbeheer vooral geld nodig had. Puur winstbejag", suggereerde een ander dat er planken van de bomen gemaakt gaan worden.
'Boom is iets bijzonders'
David Kleijn, hoogleraar Plantenecologie en Natuurbeheer van de Wageningen Universiteit, hoort zulke reacties wel vaker als er bomen zijn gekapt. "Bomen betekenen iets bijzonders voor mensen. Een boom is heel goed herkenbaar en staat soms al heel lang op z'n plek. Daar komt bij dat mensen inherent conservatief zijn, ze zijn gewend aan sommige dingen en willen dat graag zo houden."
Dat bleek ook in de wijk Emmerhout, waar grote vraagtekens werden geplaatst bij de bomenkap. "Het heeft ontzettend veel impact als je een stuk bos omkapt, ook al is dat om heel goede redenen", beseft Kleijn. "De eerste primaire reactie is dan emotioneel. De grap is dat als je vijf jaar later aan die mensen gaat vragen wat ze ervan vinden, de meesten dan zullen aangeven dat de nieuwe situatie toch ook wel mooi is."
'Over vijf jaar weer supermooi'
Volgens de boswachter van de Emmerdennen is de bomenkap uitgevoerd om ruimte te geven aan nieuwe natuur. "Als ze dit nu weer gewoon bos laten worden, zal het er over vijf jaar echt weer supermooi uitzien", verwacht ook Kleijn. "Dan heb je echt dat jonge bos, heel gevarieerd. En als er een paar bomen in die omgeving zijn blijven staan, is het extra mooi. Dan zie je het contrast heel goed tussen die grote bomen en al dat jonge spul ertussen."
Een boom meer of minder maakt volgens Kleijn voor de natuur in Drenthe en de rest van het land geen groot verschil. "Ik zeg altijd: we hebben nog nooit zoveel bomen gehad als op dit moment. Zo'n 150 jaar geleden stond er bijna geen boom in Nederland, want de bomen werden gebruikt als brand- en constructiehout. Mensen hadden geen cent te makken, dus dat hout werd overal vandaan gehaald."
Martinitoren vanuit Assen zien
Ook de natuur in Drenthe zag er in die tijd heel anders uit. Kleijn: "Ik heb me laten vertellen dat je in die periode vanuit Assen de Martinitoren kon zien. Zo raakt elke generatie aan iets anders gewend. We denken dan stiekem dat het altijd zo geweest is, maar dat is natuurlijk helemaal niet zo."