Acht studenten van de universiteiten van Groningen en Leiden zijn opnieuw archeologisch onderzoek aan het doen naast hunebed D34 bij Valthe. Na een eerder onderzoek, dat vorig jaar werd gedaan, is gebleken dat de ondergrond nog behoorlijk intact is, waardoor er voldoende mogelijkheden zijn voor nieuw archeologisch onderzoek.
"De grootste vondst die we nu hebben gedaan past niet in een zakje of een doos. Een deel van de zandheuvel die ooit de grafkamer heeft afgedekt is namelijk bewaard gebleven. En dat was eerst nog onduidelijk", vertelt hoogleraar archeologie Daan Raemaekers, die aangeeft dat er nog verschillende voorwerpen in de dekheuvel zijn achtergelaten. "We hebben bij de ingang veel scherven van een aardewerk-pot gevonden, die we straks op de universiteit in alle rust in elkaar gaan plakken."
Grote stenen met kuiltjes erin en stukjes vuursteen zijn de andere vondsten. "Het is niet duidelijk waar die kuiltjes voor bedoeld zijn, maar het is veel meer dan een gewone steen. Het is een steen die specifiek door mensen is bewerkt en in de heuvel is ondergebracht", concludeert de professor.
Vervolgonderzoek
Het huidige onderzoek is een stuk dichterbij het monument dan dat van vorig jaar. Raemaekers: "De opgravingsput loopt tegen de stenen van het hunebed aan. Dit terwijl wij vorig jaar op enkele tientallen meters afstand onderzoek deden." Waar het volgens de professor vorig jaar om de omgeving van het hunebed ging, gaat het nu om de oude grafkamer zelf.
Door het huidige onderzoek kunnen de studenten de geschiedenis van de locatie veel beter in beeld brengen. De geschiedenis is namelijk grotendeels onbekend en dat komt omdat het één van de drie hunebedden in Drenthe is die niet is beschermd. "In overleg met de overheden, provincie en gemeente hebben wij voorgesteld om meer kennis op te bouwen over de locatie door opgravingen te doen. Het is aan gemeente en provincie om te besluiten of zij het de moeite waard vinden om het gebied te beschermen."
Bekijk hier welke ontdekkingen er zijn gedaan tijdens het archeologische onderzoek. Tekst gaat verder onder de video
Vanaf jaren 80 niet opgegraven
Raemaekers benadrukt dat het heel bijzonder is dat er hier opgravingen worden gedaan. "Vanaf de jaren 80 is er niet meer zo dicht bij een hunebed gegraven en dat komt doordat het voornamelijk beschermde terreinen zijn."
Het is voor de studenten dan ook een hele eer om hier archeologisch onderzoek te doen, zo ook voor de 19-jarige student Suzan ten Zijthoff. "Het is superleuk en iets waar ik eigenlijk altijd al van heb gedroomd", vertelt de student. "Toen ik nog jong was ben ik heel vaak bij de hunebedden geweest. Om nu voorwerpen te mogen opgraven is een hele mooie ervaring."
Ten Zijthoff graaft vooral in een put waar scherven worden gevonden. "Waar ik nu sta komt aardewerk uit de grond en dan vooral aardewerk uit de trechterbekercultuur. Dan praten we over zo'n vijfduizend jaar geleden dat het aardewerk hier in de grond is gekomen."
'Grafkamer in een veel grotere aardeheuvel'
Een andere archeologie-student is Sytse Wilmink. Hij geeft aan dat de studenten geïnteresseerd zijn in wat er werd gedaan met het terrein rondom het hunebed. "Vonden daar activiteiten plaats, en was dat belangrijk voor die mensen? Of werd dit juist vermeden?", vraagt de student zich af. Professor Raemaekers haakt daarop aan: "De meeste mensen denken bij een hunebed aan stenen, maar het is juist de grafkamer in een veel grotere aardeheuvel."
De vondsten worden uiteindelijk schoongemaakt en gefotografeerd op de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna wordt alles ondergebracht in een locatie in het Groningse Nuis. "Dat is op het snijvlak van de drie noordelijke provincies. In een grote loods worden de archeologische vondsten bewaard", vertelt de hoogleraar.
De studenten werken maximaal vier weken aan het project. De professor hoopt stiekem dat er nog iets bijzonders wordt opgegraven. "Als ik even hardop mag dromen zou het heel spectaculair zijn als we nog een graf vinden", sluit Raemaekers af. Student Wilmink denkt hier toch iets anders over. "De schat die wij hier opgraven is de kennis die wij hiermee opdoen."