Gaat het over bramen, dan gaat het vaak over de invasieve dijkviltbraam, woekerende bramenplanten als gevolg van een overschot aan stikstof. Je zou bijna vergeten dat er allerlei inheemse bramensoorten zijn met prachtige kenmerken en heerlijke vruchten.
Karst Meijer is plantonderzoeker en raakte in 1981 in de ban van de braam. "Ik wandelde veel door Drenthe. De provincie is erg rijk aan bramen. Het is een ingewikkelde plant, daarom vond ik het interessant om me erin te verdiepen." Samen met Erik van den Ham die bij hem in opleiding is, wandelen we langs verschillende bramen.
Batos is braam
"Wij noemen onszelf batalogen en we gaan de batalogie bedrijven", vertelt Meijer. "We zijn in een vrij jonge bosaanplant achter Vledder, tegen Frederiksoord aan, en daar is op zich niks bijzonders aan, maar wel qua bramensoorten." Op een wandeling van een paar honderd meter zullen we tientallen bramensoorten zien.
"Bramen zijn grensoverschrijdend, iedere regio van een bepaalde provincie heeft zijn eigen bramenflora. Waren we in een ander deel van Drenthe, dan zouden we weer andere soorten zien. Je kunt me ergens geblinddoekt neerzetten en aan de hand van de bramensoorten weet ik waar ik ben."
(de tekst gaat verder onder de foto)
Verscheidenheid
In Nederland komen wel tweehonderdvijftig soorten bramen voor, waarvan ongeveer honderd in Drenthe en meer dan zeventig in Friesland. "Het verschilt per regio. Deze hoek van Drenthe en aangrenzend Friesland is rijk aan bramensoorten. En wat nu zo gek is, iedereen kent de braam maar niemand weet er iets vanaf. Er is wel genoeg negatieve aandacht door de verbraming."
Verbraming
Bramen worden vaak in een adem genoemd met verbraming, woekeren, stikstof en brandnetels. "Dat gaat maar over één soort, inmiddels de meest algemene soort van ons land, de dijkviltbraam of Rubus Armeniacus." Het is een meerjarige, houtige struik die tot drie meter hoge struwelen vormt. De jonge stengels zijn glanzend groen van kleur maar verkleuren in de zon naar rood, net zoals de stekels. Rond 1860 is de struik ingevoerd in ons land voor de kleinfruitteelt.
"De inheemse soorten hebben elk hun eigen plek. Als er in het bos gekapt wordt en een soort krijgt meer licht, dan breidt die zich uit. Totdat het bladerdak zich weer sluit en de braam zich terugtrekt. Dat is een normale cyclus in bossen en aan de bosrand, dat heeft niks met stikstof te maken. Sommige soorten houden van voedselrijke plekken maar er zijn ook soorten die langs heideterreinen groeien en van schrale grond houden."
Concurrentie
"De dijkviltbraam heeft zoveel kracht dat het een grote bedreiging vormt voor de inheemse bramensoorten. Eigenlijk is die braam erger dan de Japanse duizendknoop maar niemand realiseert zich dat. De armeniacus neemt alle dijktaluds langs snelwegen in bezit en er zijn voorbeelden van de Japanse duizendknoop die ten onder gaat door deze braam."
(de tekst gaat verder onder de foto)
Stekelig
"We lopen hier tegen bramenstruwelen aan. Dit zijn inheemse soorten die ieder een eigen plekje gevonden hebben. De Rubus affinis of gedraaide koepelbraam valt op door zijn grote stekels en blauwgroene glans. Het is alsof iemand een draai in de bladeren gemaakt heeft, er zit een slag in. Dit is een soort die in dit gebied niet zoveel voorkomt en in het hele land zeldzaam is."
Zurig
"De Rubus campus stagus komt uit de groep van de wasbramen, is dicht bestekeld en groeit laag over de grond heen. De plant heeft witte bloemen en bloeit vroeg, net zoals de meeste wasbramen. Deze braam geeft dan ook vroeg vruchten maar ze zijn vrij zuur van smaak." Bramen worden verdeeld in drie hoofdgroepen: dauwbramen, zwarte bramen en wasbramen. Wasbramen zijn kruisingen tussen dauwbramen en zwarte bramen en omvatten zo'n vijftig soorten.
Zoetig
De Rubus gratus of zoete haarbraam staat er ook en komt veel voor in Drenthe. Het is een soort met grote, wit tot zachtroze bloemen en vijftallige bladeren die bovenaan sterk behaard zijn. De braam bloeit vanaf half juni met de hoofdbloei in juli. De Latijnse naam is samengesteld uit 'rubus' wat is afgeleid van ruber en rood betekent, naar de kleur van de vruchten, en 'gratus' wat aangenaam betekent. "Dit is de soort waarbij iedereen zich om de mond likt, zo lekker zijn de zoete bramen."
(de tekst gaat verder onder de video)
Biodiversiteit
"Je ziet dat je op een paar vierkante meter al vier, vijf soorten te pakken hebt. Dat laat zien dat bramenstruwelen belangrijk zijn voor de biodiversiteit. Wij genieten ervan, de vogels genieten ervan, iedereen kan ervan genieten. Je vindt zoveel soorten op zo'n klein stukje omdat er diversiteit is aan grondsoorten en omdat je allerlei overgangsgebieden hebt, naar het veen, naar het leem en naar het zand. Dat zijn prachtige plekken waar die soorten kunnen groeien."
Lekkere bramen
"Dit jaar is een goed bramenjaar omdat de bloeitijd goed verlopen is, maar ook omdat er genoeg vocht is in de tijd dat de vruchten groeien. In andere jaren was het zo droog, dan verdrogen de bramen aan de struik en de struik zelf krijgt ook op z'n donder. Een verschil in soort braam zorgt voor een verschil in smaak. Sommigen beginnen in mei al te bloeien en geven vroeg bramen maar die zijn ontzettend zuur. De topsoort vind ik nog steeds de aangename, zoete braam of Rubus gratus."
Passie
"Dit is de passiebraam of Rubus passionis, een braam met prachtig rode stekels. Daar komt de naam vandaan: rood is de kleur van de passie. De plant heeft rondachtige blaadjes, meestal vijf en hij bloeit vroeg, in mei al. Hij heeft minder stekels dan die wasbraam maar deze struiken staan ook in de schaduw. Hoe meer ze in de zon staan, hoe meer stekels ze ontwikkelen."
Scharlaken rood
"Dan mijn favoriet, de Rubus coccinatus. Ik heb hem jaren terug gevonden en beschreven, ik ben een avond gaan lezen in een Latijns woordenboek en zo kwam ik uit op 'coccinatus' wat 'in scharlaken rood gehuld' betekent. Kijk eens wat een mooie stekels, nog mooier dan die passiebraam en deze komt alleen in Drenthe en aangrenzend Friesland voor. Hij valt op door een dichte bestekeling van scharlaken rode stekels, die nog intenser rood kleuren als ze in de zon staan."
Drents
En tot slot de enige echte Drentse braam, de Rubus drenthicus of bruine bermbraam. "Die hebben we in de jaren tachtig beschreven als nieuwe soort. Hij is ontzettend algemeen in Drenthe. Hij heet Drenthicus omdat hij alleen in Drenthe voorkomt. En gelukkig is dat ook zo. Eigenlijk zijn we geen voorstander van het geven van provincienamen want je weet dat bramen zich niet aan grenzen houden."