De meeste insecten zijn actief in de zomer bij aangename temperaturen. Sneeuwvlooien echter zijn uitgesproken winterdieren, ze leven en paren in dit seizoen. Dankzij een soort antivries in het lichaam kunnen ze actief zijn bij temperaturen onder het vriespunt.
Sneeuwvlooien behoren tot de orde van de schorpioenvliegachtigen en zijn maar vier millimeter lang. Ze komen op en tussen mossen en struikheipollen voor, in droge heide en in stuifzandgebieden.
Voltreffer
Het is een geluksdag voor boswachter Pauline Arends. "Hebbes! Dit heeft jaren moeite gekost. Ik loop al jaren te zoeken", vertelt Arends. "In de winter ga je af en toe kijken op mooie terreintjes. Ik zie ze nu voor het eerst en ik ben dolenthousiast. Vier millimeter en dan in de winter, in die kou zoeken op de grond. Het is een ware uitdaging." Sneeuwvlooien zijn zeldzaam en niet makkelijk te ontdekken.
Paring
Sneeuwvlooien hebben geen vleugels en ontsnappen springend aan potentiele vijanden. Ze worden ook wel sneeuwspringers genoemd. "Daar waar de vleugels gezeten hebben, heeft het mannetje vier stompjes waarmee hij het vrouwtje op zijn rug klemt. Zo houdt hij zich aan haar vast en kunnen ze dagen rondlopen. Dat is de paring, ik vind dat fenomenaal", aldus Arends "Het mannetje heeft het vrouwtje op de rug om te paren, dat is toch geweldig."