Terwijl de tuinvogels hier en daar nog een pindaslinger en vetbol vinden, hebben de roofvogels niet veel te kiezen. De sneeuwval zorgt ervoor dat een deel van het voedsel niet of minder goed bereikbaar wordt. Bij de Steenuilenwerkgroep Drenthe zijn er zorgen.
De buizerd kan zich nog tegoed doen aan verzwakte beesten. De torenvalk zoekt een warmer oord op als het hier te gek wordt. Maar de meeste roofvogels zien het menu met dit pak sneeuw direct slinken. Niet meteen iets om je zorgen over te maken, vindt roofvogeldeskundige Rob Bijlsma. "Deze beesten bestaan al twee miljoen jaar. Ze hebben al heel wat voor de kiezen gehad, ze redden zich wel. Het is nog niet eens een heel strenge winter."
Een populatie kan wel krimpen. "Als er vogels doodgaan dan ontstaat er meer ruimte voor de vogels die het wel redden. Zij gaan in het voorjaar weer broeden en over twee jaar is het weer bijgetrokken", aldus Bijlsma.
Muis onder de sneeuw
Bij de Steenuilenwerkgroep Drenthe zijn er wel zorgen. Op het wintermenu van de steenuilen staan voornamelijk muizen, die nu onder de sneeuw blijven en niet of nauwelijks te vangen zijn. De werkgroep houdt de weersomstandigheden goed in de gaten. Blijft de sneeuw dagen achtereen liggen, dan wordt aan erfeigenaren en vrijwilligers van de werkgroep gevraagd om de uilen bij te voeren.
Erwin Bruulsema van de werkgroep: "In 2009 hebben we voor het laatst bijgevoerd. Toen lag er drie keer achtereen een week lang sneeuw. Sommigen hebben bezwaar tegen het bijvoeren en dat snap ik heel goed. De sneeuw zorgt toch voor een stukje natuurlijke selectie. Maar het is een lastige: we zijn ook heel druk met de bescherming van de steenuilen; het gaat om een vrij kwetsbare populatie. En de kans dat de sneeuw er aan het eind van de week nog ligt is vrij groot."
Lok muizen voor een 'uilenvoederplek'
Betrokken vrijwilligers en erfeigenaren mogen zelf weten of ze de steenuilen extra voedsel geven. Wie de steenuil wil bijvoeren legt een eendagskuiken (uit de vriezer van de dierenwinkel) in de nestkast.
Van kerkuilen is ook bekend dat ze het moeilijk hebben in de sneeuw. "Op hooizolders van oude boerderijen hebben ze vaak geen plek meer. Ze zijn daarmee ook een jachtplek kwijt. Bijvoeren van de kerkuil is lastiger, omdat ze in principe alleen levend voer eten." Bruulsema heeft een tip voor erfeigenaren: "Leg tegen de schemering zaden op de grond, langs een takkenril of houthok bijvoorbeeld. Daar komen muizen op af. Eigenlijk maak je dan een uilenvoederplek."
'Iets dat op een tak zit'
Geen muizen, dat is geen probleem voor de bosuilen. "Die vinden wel iets dat op een tak zit", zegt Claus van den Hoek uit Nijensleek. Tijdens de sneeuwjacht van 6 op 7 februari kwam de bosuil al met een vogeltje thuis.
(Verhaal gaat verder na de video)
Ook ransuilen schakelen van muizen makkelijk over op vogeltjes. Denk aan huismussen en vinkachtigen. In de winter komen de ransuilen samen in een boom, een roestboom. Je zou denken dat je roestbomen makkelijk kan vinden, maar door de camouflage van de ransuilen gaat het toch niet zo makkelijk.