Wolfsklauw is een van de boreale soorten van Drenthe. Het zijn planten die in Noord-Europa thuishoren, maar ook hier groeien. Dat kan omdat het in Drenthe net wat kouder is dan in de rest van het land.
Met boswachter Pauline Arends nemen we in de Boswachterij Gieten-Borger drie verschillende, zeldzame soorten wolfsklauw onder de loep.
Sporenplanten
Wolfsklauw is een geslacht van planten uit de wolfsklauwfamilie. Net zoals mossen en varens planten ze zich voort door middel van sporen. De bladeren van de wolfsklauw zijn kleiner dan die van varens. De planten hebben kruipende stengels met opstaande zijtakken. Ze komen voor in open bossen, vooral naaldbossen, rotsachtige hellingen, moerassen en in heidevelden. De planten behoren tot een zeer oude familie van planten die zo'n driehonderd miljoen jaar geleden de vegetatie op aarde domineerden. Ze ontwikkelden zich tot bomen. Tegenwoordig worden ze niet hoger dan zo'n vijfentwintig centimeter.
(de tekst gaat verder onder de foto)
"Als je aan de plant voelt, lijkt het hard en een beetje stekend", aldus Arends. "Vanuit de grond komt een hoofdtak en met zijtakjes kruipt de plant over de grond. Af en toe maakt hij een wortel om zich vast te zetten. Zo worden het plakkaten." De plant wordt vijf tot tien centimeter hoog. In Oost-Europa wordt de plant gebruikt als spons. "Maar dat doen we niet, want dan zijn we 'm zo kwijt."
Voortplanting
De voortplanting gebeurt door middel van sporen die een aantal jaar in een rustfase blijven. "Op een gegeven moment komt er een zijstengel met heel veel kleine, ronde sporen. Als de omstandigheden goed zijn verspreiden ze zich en dan wordt het interessant", aldus de boswachter. "De sporen komen op een plekje terecht waar het een voorkiem of prothallium wordt, maar eerst kunnen ze jaren niks doen."
Veel zaken moeten goed gaan, voordat de wolfsklauw zich weet te vermenigvuldigen. "Het prothallium zoekt samenwerking met een bepaalde schimmel, mycorrhiza, en pas als die twee elkaar gevonden hebben gaat de voorkiem mannelijke en vrouwelijke organen maken. Die gaan samen en dan krijg je pas een plant. Dat kan wel twintig jaar duren en daarom kan het zijn dat de sporen op een gunstige plek vielen, maar dat de plant diezelfde plek na al die jaren niks meer vindt."
Grote wolfsklauw
"De grote wolfsklauw staat minder rechtop, kruipt meer over de grond en voelt zachter aan." Alle soorten in de wolfsklauwfamilie zijn giftig voor zoogdieren. Maar de grote wolfsklauw werd in het verleden ook gebruikt als medicinale plant bij uiteenlopende aandoeningen. De plant staat op de Rode lijst als zeldzaam en zeer sterk in aantal afgenomen. "Dit is een van de weinige planten die nog in Nederland voorkomt."
Dennenwolfsklauw
Schoorvoetend geeft Arends toe dat ze de dennenwolfsklauw het mooiste vindt, al zijn het allemaal mooie planten. "Dit is een van de meest zeldzame planten." De plant wordt vijf tot vijfentwintig centimeter hoog en heeft opstijgende stengels die wortels vormen aan de voet. De plant kreeg zijn naam omdat hij vaak onder dennen groeit. "Wolfsklauw komt van het Griekse lycopodium, lycos betekent wolf en podion poot. Met een beetje fantasie lijken de uiteinden op de poten van een wolf."