Op een ogenschijnlijk kaal zandpad blijkt het een drukte van belang. Verschillende insecten waaronder wilde bijen en graafwespen maken hier holletjes.
"Je kunt een willekeurig zandpad nemen", vertelt boswachter en liefhebber van insecten Pauline Arends. "Ik zit bij een open plek en je ziet overal bultjes zand. Het is leuk om te gaan zitten en te zien wat er allemaal om je heen gebeurt."
Graafwesp
Eerder nam Arends al een kijkje op het zandpad. "Ik zag een ontzettend leuke graafwesp en als je dan ziet wat dat beest allemaal doet en hoe het werkt, dat is fenomenaal." Het is een grote rupsendoder uit de familie van de langsteelgraafwespen. Dat zijn solitaire wespen die tunnelvormige nesten graven op zanderige plekken. De rupsendoder heeft een lang en dun achterlijf in de kleuren zwart en rood. De vliegtijd is tussen mei en oktober.
(de tekst gaat verder onder de video)
Verlamming
"Deze graafwesp vangt rupsen die hij verlamt. De rups is dus niet dood. Vers voedsel heet dat. Wij leggen ons eten in de koelkast, insecten doen het op deze manier." De rupsendoder graaft een holletje in de grond van zo'n vijf tot twintig centimeter diep. Daarin legt hij de rups met een eitje erbovenop. Als de larve uitkomt heeft deze vers voedsel te eten.
Precisie
Als de rupsendoder zijn nageslacht heeft geïnstalleerd maakt hij de nestgang dicht. "Als je goed kijkt hoe dat gaat, zie je dat er heel secuur steentjes opgelegd worden. De graafwesp zoekt die steentjes in de omgeving. Als er eentje niet goed is, komt er een nieuw steentje. Zo krijg je een mooie deksel en die wordt helemaal afgedekt met zand. Als het klaar is zie je het holletje niet meer. Eventuele vijanden ook niet en zo kan dus niemand anders het nest kapen."