De O'Hanlons verhuisden vijf jaar geleden naar Drenthe op zoek naar rust en ruimte. Het schrijversechtpaar geniet van het huis en vooral van de tuin.
"Er was helemaal niks toen we hier kwamen", vertelt Marijn O'Hanlon. "Gewoon een grasveld, met een paar fruitbomen zoals deze grote appelboom. Maar die zat onder de mottige spinrag. We zijn begonnen met de vijver want daar is Redmond helemaal weg van. We houden het expres een beetje wild, we willen geen strakke tuin. En we willen overal wilde bloemen, waar insecten en vogels op afkomen."
Nuttig
Redmond O'Hanlon laat een van de struiken in de tuin zien. "In de Middeleeuwen was dit een beroemde boom in Engeland. Je haalt de vruchten eraf en legt ze op een plank in het klooster. Daar laat je ze liggen totdat ze helemaal zwart zijn. Dan pas smaken ze erg zoet. En het is een van de weinige planten met heel veel vitamine C. Zo kregen de monniken geen scheurbuik, dankzij de mispel."
Schrijven
O'Hanlon had gehoopt dat haar man zou gaan schrijven in deze omgeving maar dat gebeurde niet. Ondertussen pakte ze zelf de pen op. "Zijn editor merkte dat ik een beetje aan het schrijven was en zei: "Stuur eens wat op, laat eens wat lezen." Na een jaar hoorde ze dat het een boek zou worden. "Dat was superleuk voor mij en ik wil ook niet meer stoppen met schrijven."
Boek
Een jaar in de tuin van White Stork Farmhouse gaat over de ooievaars die op het dak leven. "Maar het gaat ook over ons, over ons leven in de tuin. Het gaat over alles wat ik als stadsmens in de tuin zie. Elk plantje en beestje dat we zien. Het is poëtisch, het is observerend. Ontzettend leuk om te doen, dus ik ben er heel blij mee."