Geen koe in de wei, maar een koe op de hei. De heidekoe is door de Universiteit Wageningen erkend als een apart ras. Maar om deze kleine populatie te behouden, moet er wel wat gebeuren.
"Ze zijn echt anders", vertelt Julie Teunen, herder bij schaapskooi Het Stroomdal. Verscholen tussen een paar bomen aan de rand van het Strubben- en Kniphorstbosch bij Schipborg liggen zes koeien en een kalf rustig te herkauwen. Van veraf lijken het 'gewone' zwartbonte Hollandse melkkoeien. Maar als je dichterbij komt, zie je dat ze een stuk kleiner en steviger zijn.
Teunen heeft naast de schapen van Het Stroomdal ook de koeien in het gebied onder haar hoede. "Veel koeien doe je geen plezier met een leven op de hei. Deze wel. Ze zijn hier vooral voor de begrazing."
Samen met de schapen worden ze ingezet om het gebied gezond te houden. "Koeien en schapen vullen elkaar aan. Zo eten schapen van de jonge berken alleen de blaadjes, terwijl de koe het hele boompje opeet."
Heidekoe was even verdwenen
Het ras was lange tijd niet meer in Nederland te vinden. De koeien die op de hei bij Schipborg lopen, zijn in 2014 geïmporteerd uit Denemarken. "Ze horen hier wel echt thuis", legt Teunen uit. "Vroeger liepen er naast schapen ook altijd koeien op de hei. En had je zelfs koeienhoeders."
Bekijk hier de video over de 'terugkeer' van de heidekoe:
Het ras is nu erkend als een op zichzelf staande populatie. Het onderzoek werd gedaan door Mira Schoon van de Universiteit Wageningen. "Ik heb op basis van DNA-informatie gekeken in hoeverre ze zijn te onderscheiden van erkende Nederlandse rassen. Dat kwam er duidelijk uit."
Meer heidekoeien op komst?
Zaak is nu om met een fokprogramma het ras in stand te houden. "Er is een beperkt aantal heidekoeien in Nederland", zegt Schoon. "Rond de honderd vrouwelijke dieren. Dat is te weinig om een gezonde populatie in stand te houden. Op gegeven moment ga je inteelt-problemen tegenkomen."
Bij de kudde van Schipborg drinkt het jonge kalf bij de moeder. De herdershond ligt op afstand te kijken. "Hij weet dat-ie ze nu niet moet lastigvallen," zegt herder Teunen. Ze hoopt binnenkort meer kalveren te zien rondlopen. "We hebben twee fokgroepen waar binnenkort nog een kalf geboren wordt. Maar het is de bedoeling dat het ras in heel Nederland uitbreidt, want ze bieden echt een meerwaarde in de natuurbegrazing."
Inteelt voorkomen
De houders van de kuddes gaan binnenkort om tafel zitten en bespreken hoe ze inteelt kunnen voorkomen. "We moeten gericht fokken. Niet dat we één stier honderd koeien laten dekken. Dan is straks iedereen familie van elkaar. En dan is het heel snel gedaan met je zeldzame ras", is Teunen alert.
Met de steun van de Universiteit Wageningen kijken ze naar andere mogelijkheden. "Er kan gebruik worden gemaakt van een genenbank", stelt Schoon voor. "Ook zouden de Nederlandse koeien kunnen worden gedekt door de Jutlandse runderen uit Denemarken. Uiteindelijk heb je meer dan 300 vrouwelijke dieren nodig om een gezonde populatie te onderhouden."
In Schipborg is de kudde gaan liggen. "Ze zijn aan het herkauwen, het kalf tussen de volwassen beesten in. Ze zijn allemaal heel beschermend naar de jonge dieren. Zelfs als het geen familie is. Als er gevaar dreigt voor een kalf, dan stormen ze er met z'n allen op af en kan je maar beter maken dat je wegkomt. Dat is ook een mooie eigenschap van dit ras", bewondert Teunen nog maar eens.