Vlakbij Zeegse, midden in het Nationaal Park Drentsche Aa, ligt stuifzandgebied de Zeegser Duinen. Het gebied is voor het merendeel bedekt met bos. Alleen rondom het Siepelveen, een hoogveengebied met een groot ven, zijn de zandduinen nog zichtbaar.

Daarachter wacht de bezoeker een verrassing: het Siepelveen. Rondom het water staan bijzondere planten waaronder gagel, beenbreek en de jeneverbes. Op het water laten verschillende watervogels van zich horen.

Variatie

Boswachter Kees van Son komt er graag. "Dit is een vrij druk stuifzandgebied. Het ligt dichtbij het dorp en wordt veel bezocht. Het is een prachtig gebied, erg afwisselend en glooiend met mooie vliegdennen. Die oude beuk staat er al heel lang. Op oude ansichtkaarten zie je hem terug."

Pingo

Het beklimmen van een zandduin wordt beloond met zicht op het Siepelveen. Uit onderzoek is gebleken dat dit ven waarschijnlijk geen pingoruïne is maar een uitblazingskom. Bij twee boringen werd vooral dekzand aangetroffen en slechts een dun laagje veen. Maar de diepte van het ven roept toch twijfels op, een uitblazingskom is vaak een stuk minder diep.

Voorjaar

"Hoor je dat? Dat zijn dodaars", benoemt Van Son het vogelgekwetter. "Je ziet hier ook veel ganzen. Dat zijn erg territoriale dieren, ze hebben net als de dodaars het voorjaar in de kop. En ik zie kuifeenden. Het valt me op dat er vrij veel vogels op het water zijn."

Watervogels

De dodaar is een kleine futensoort. Samen bouwen het mannetje en vrouwtje een drijvend nest van waterplanten en modder. De dieren zijn schuw, bij gevaar vliegen ze niet op maar duiken ze weg onder water. "Het geluid dat je van de dodaars hoort, hoort bij het paringsgedrag en het afbakenen van het territorium", aldus Van Son.

De kuifeend is een eendachtige die zijn nest verborgen op de oever maakt. Zowel het mannetje als het vrouwtje hebben een kuif, al is die van het mannetje een stuk groter. Het dier duikt naar voedsel onder water en eet waterplanten, schelpdieren en slakken.

Gans

Ganzen zijn grote, zware watervogels. Ze zoeken op land naar voedsel en hebben daartoe sterke en lange poten waar ze goed mee kunnen lopen. "In het zand zie je de platpoten van die ganzen, kijk hoe ver ze het zand indrukken", wijst de boswachter. "Ze zijn hier goed aan het rondkijken."

Een ganzenpaar blijft een leven lang samen. "Je ziet de mannetjes en vrouwtjes in paren voorbij komen, soms hebben ze wel eens ruzie. De hormonen gieren door dat lijf.
Hier vormen ze koppeltjes." Ze maken een nest op de grond dat het vrouwtje met dons bekleedt. "Wat een herrieschoppers", besluit Van Son.

Meer zien van het voorjaar? ROEG! viert de lente met deze dubbellange lente-uitzending!

Lees ook:

• Op pad in de Drentse natuur: Zeegse
• Vrijwilligers in de Drentse natuur: Zeegser Duinen
• De dodaarsjes laten van zich horen