Na het debacle van vorig jaar volgen we opnieuw het wel en wee van het bosuilenpaar in de nestkast van Claus van den Hoek uit Nijensleek. Dit keer zien we het broedende vrouwtje schrikken van een buizerd. Door een kier in de nestkast houdt ze de ongenode bezoeker in de gaten.
Op het moment dat moeder bosuil eventjes haar veren licht, is de kijker in de gelegenheid een blik op haar kroost te werpen. Twee van de drie eieren zijn inmiddels uitgekomen. Het wachten is op het derde jong.
Legsel
Een bosuil kan een tot zeven eieren per keer leggen maar meestal bestaat een legsel uit twee tot vier eieren. Het aantal is afhankelijk van het voedselaanbod: als er te weinig te eten is dan legt de bosuil maar één of zelfs geen ei. Met drie eieren voor ons bosuilenpaar lijkt het een gemiddeld jaar.
Uilskuiken
Het uitbroeden van de kuikens is de taak van het vrouwtje, het mannetje zorgt voor een gestage voedselaanvoer. Het ziet er nu nog niet zo uit, maar na een week of vier à vijf zijn de kuikens klaar om het nest te verlaten. De jonge bosuilen beginnen niet met een proefvlucht maar klimmen op een tak. Vaak kukelen ze naar beneden en gebruiken dan hun scherpe klauwen om weer terug te klimmen. De kuikentjes worden ook wel 'takkelingen' genoemd.
Vliegvaardig
Pas na drie maanden kunnen de uilskuikens vliegen en wordt het tijd om op eigen benen te staan. De jonge uilen verlaten het ouderlijk nest en gaan op zoek naar een eigen territorium. Als ze zich eenmaal gesetteld hebben, blijven ze de rest van hun leven in het nieuwe territorium.