Nu de najaarstrek is begonnen, zijn er meer watersnippen in Drenthe. Natuurfotograaf Annie Snijder van Oosten filmde en fotografeerde er drie. Volgens haar 'een echt geluksmomentje' in haar geliefde natuurgebied Veenstee, tussen het dorp Klazienaveen-Noord en Barger-Compascuum.
Gebieden met ondiep water, met modderige oevers en genoeg begroeiing om je in te verstoppen: daar houdt de watersnip van. Het waterrijke natuurgebied Tusschenwater, de Onlanden en Nationaal Park Drentsche Aa zijn voorbeelden van gebieden waar de watersnip ook waargenomen is.
De weidevogel gaat door zijn schutkleuren al snel op in het landschap. Maar in de Veenstee blies de wind de vegetatie wat opzij en zette drie watersnippen voor de lens van Van Oosten. "Ik had ze hier nog nooit gezien, ik was blij verrast!", zegt ze enthousiast. Ze kreeg de kans meerdere foto's van de vogels te maken.
De watersnip herken je onder meer aan de zeer lange snavel en de strepen op de kop en rug. Met die lange snavel pikt de watersnip voedsel uit de bovenste laag van een natte bodem. Het voedsel bestaat uit allerlei kleine ongewervelden: slakken, wormen, insecten et cetera.
Broedvogel
In Drenthe gaat het vergeleken met de andere delen van Nederland relatief goed met de watersnip als broedvogel. Maar over het algemeen gaat het niet goed met deze boerenlandvogels in ons land.
De Vogelbescherming meldt dat ten opzichte van de jaren vijftig van de vorige eeuw het aantal broedvogels met 75 procent is afgenomen. Ze broeden op de grond en kiezen daarvoor vochtig en ruig grasland op veen, gemaaid rietland en trilveen, waar nauwelijks verstoring is. De ontginning van deze broedgebieden en de verdroging maken het de watersnip in Nederland, maar ook in andere Europese landen, moeilijk.