De provincie Drenthe is een aardkundig monument rijker. De uitblazingskom in de Duunsche Landen is het tiende aardkundige monument in de provincie. Kinderen van basisschool De Eshoek uit Annen en De Kameleon uit Eexterveen onthulden vandaag het panoramapaneel op de parkeerplaats aan De Bulten.
De Duunsche Landen, ten oosten van Annen, is onderdeel van het Hunzedal. Het terrein wordt beheerd door Het Drentse Landschap, maar maakt ook deel uit van een waterwingebied van de Waterleidingmaatschappij Drenthe.
Uitblazingskom
Bijzonder in dit natuurgebied is de uitblazingskom. “Uitblazingskommen zijn niet uitzonderlijk in Drenthe, maar deze is met een doorsnede van een kilometer wel heel groot en dat maakt deze kom bijzonder”, vertelt Anja Verbers, fysisch geograaf bij Landschapsbeheer Drenthe.
Verbers deed samen met een groep vrijwilligers en studenten van Van Hall Larenstein onderzoek naar de uitblazingskom. “De kom is in de laatste koude fase van de laatste ijstijd ontstaan. Dat is zo’n 13.000 jaar geleden. In deze koude periode was het gebied een open landschap waar niks groeide”, vertelt Verbers. De wind blies het zand over de vlakte. Op sommige plaatsen ontstonden daardoor hoge duinen.
Meestal kwam de wind uit het zuidwesten. Hierdoor ontstond er in het landschap een soort hoge hoefijzervormige duin richting het oosten. Soms waaide de wind ook de andere kant op of waren er wervelwinden waardoor er ook een duinenrij richting het westen ontstond. Deze duinen waren wel lager dan de oostelijk gelegen duinen.
Gebied behouden
Tegenwoordig is de hoge oostelijke rug nog goed te zien. “Er zijn boerderijen op gebouwd. Je woont dan hoog en droog”, vertelt Verbers. De kom is met het blote oog moeilijk te zien. Dit komt omdat de mens er bijvoorbeeld veen en zand heeft afgegraven en er wegen doorheen heeft aangelegd.
Sonja van der Meer, directeur van Het Drentse Landschap, vindt het belangrijk dat er een aardkundig monument in de Duunsche Landen is geplaatst. “Je ziet er zichtbare sporen uit het hele verre verleden. Je kan daar bij wijze van de poolwinden nog voelen.”
Volgens Van der Meer worden mensen zich door het monument bewust van de waarde van het gebied. “Als je mensen er niet bewust van maakt en het gebied zou verdwijnen, dan kan je het landschap niet meer lezen. Je bent dan je geschiedenis aan het opruimen. Dat moet je niet willen.”
Meer weten over aardkundige monumenten? Lees: De Drentse bodem is een geschiedenisboek.