Het zag er buiten de voorbije dagen bar en boos uit, maar bevers hebben geen last van een beetje sneeuw en kou. De bever op de beelden van Tonnie Sterken verricht wat sneeuwschuifwerkzaamheden en brengt vers voedsel naar de burcht. De bevroren snorharen deren het dier niet.
De bever komt voor in Noord-Azië en Europa, waaronder Scandinavië en de Baltische Staten, en is dus aangepast aan de kou. Sterken legt uit dat de beverdam in de Drentsche Aa is ingesmeerd met modder; een veilige en geïsoleerde plek.
Voedselvoorraad
In de herfst hebben bevers hun voorzorgsmaatregelen al genomen. De burcht is extra geïsoleerd en van voldoende reservevoedsel voorzien. In de winter eten de dieren vooral bast van houtige gewassen en wortelstokken. Takken van omver geknaagde bomen, zoals de populier en wilg, worden onder water bij de burcht bewaard als wintervoorraad.
Uitrusten
De dieren zijn vooral 's nachts actief. Overdag rusten ze uit, op legers, in holen of in de burcht. In tegenstelling tot de meeste andere knaagdieren houden bevers geen winterslaap. Maar als het water rondom de burcht bevroren is, moeten ze soms wel een tijdje binnen blijven. Op zulke momenten komt de wintervoorraad goed van pas.
Komende zaterdag meer over bevers in de winter in ROEG! op TV Drenthe.