GASTEREN - Het waterpeil in het Drentsche Aa-gebied is flink aan het zakken. Verschillende stroompjes en beekjes zijn droog gevallen. Oorzaak is het warme weer en de aanhoudende droogte. Daardoor komen vissen in de problemen.
Het Anlooërdiepje is bijvoorbeeld helemaal droog gevallen. "Normaal staat hier zo'n twintig centimeter water, soms is het zelfs nog hoger, maar nu is de grond kurkdroog", vertelt ecoloog Peter Paul Schollema. Ook het waterpeil van het Gastersediep is extreem laag. "Zo laag heb ik nog nooit meegemaakt. Het water is zo ver gezakt dat je zelfs de onderkant van de peilschaal kunt zien."Vissen op het droge
Doordat er steeds minder water in de beekjes en stroompjes zit, komen de vissen in de problemen. Ze laten zich wel afzakken naar grotere waterlopen, maar kunnen daar opgesloten raken als het daar ook droog wordt.
De Hengelsportfederatie Groningen Drenthe heeft samen met de Drentse en Groningse waterschappen een noodplan opgesteld om met vissterfte om te gaan. Door de droogte zijn er meer dode vissen, en daardoor kan het water besmet raken met botulisme.
'Zet niet zomaar vis over'
Met het nieuwe protocol willen de vissers en de waterschappen advies geven aan de gemeenten over wat je wel en juist niet moet doen bij massale vissterfte. "Naast de beekjes, maken we ons ook zorgen om het stedelijk gebied zoals afgesloten vijvers", vertelt Henk Mensinga, voorzitter van de Hengelsportfederatie. "Bij vissen in nood moet je beslissen welke vis je wel en welke je niet overzet. Goed bedoelde initiatieven van buurtbewoners om bijvoorbeeld karpers over te zitten, kunnen desastreuze gevolgen hebben als vissen al ziek zijn."
Vrijwilligers
Er hebben zich volgens Mensinga al 35 vrijwilligers gemeld bij de Hengelsportfederatie die willen assisteren bij het verwijderen van dode of verplaatsen van flauwe vissen. "Er is al een WhatsApp-groep, zodat we snel kunnen reageren als dat nodig is", vertelt Mensinga. Ook beroepsvissers worden betrokken bij de hulpacties. Buurtbewoners zijn van harte welkom om de vissers te helpen, zolang zij maar niet op eigen houtje te werk gaan.
Door: Ineke Kemper