Reis mee met Kiki de Kikker

Het is Kinderboekenweek! Het thema is ‘Reis mee!’. Niet alleen mensen reizen, maar dieren doen dat ook. Waarom reizen dieren? Hoe doen zij dat? Vandaag leren we alles over de kikker.

De bruine kikker is een van de bekendste kikkersoorten in Nederland. Dit diertje kan tot wel elf centimeter groot worden. De bruine kikker heeft altijd verschillende bruine kleuren, zoals roodbruin, geelbruin en groenbruin. Door deze kleuren valt de kikker bijna niet op en kunnen vijanden hem niet vinden.

Kwakende kikkers

Je denkt misschien dat een kikker veel in het water leeft, maar dat is niet waar! De bruine kikker leeft voornamelijk op het land. Als kikkers zich voortplanten, gaan ze wel naar het water. Dit gebeurt in het voorjaar en wordt ook wel de kikkertrek genoemd. Als de mannetjes bij het water zijn aangekomen gaan ze kwaken om een vrouwtje te lokken.

De kikker legt eitjes in ondiep water dat snel warm wordt. De eitjes die de kikker in het water legt kleven aan elkaar. Dit wordt kikkerdril genoemd. Een vrouwtje legt één keer per jaar eitjes. Weet jij hoeveel eitjes zij dan legt? Dat zijn er heel veel, namelijk tussen de 1000 en 2500.

In april en mei komen er kleine kikkervisjes uit de eitjes. In ongeveer drie maanden tijd verandert het kikkervisje langzaam in een kikker.

Wat staat er op het menu?

Kikkervisjes eten eerst het overige kikkerdril op. Als dat op is, eten ze vooral algen en delen van planten. Als kikkervisjes ouder worden gaan ze ook meer dierlijk voedsel eten, zoals watervlooien en wormpjes.

Een volwassen kikker eet graag ongewervelde dieren. Dit zijn dieren die geen wervelkolom en geen botten hebben. De kikker is bijvoorbeeld dol op slakken, kevers en spinnen.

Springen

De kikker heeft lange achterpoten. Hierdoor kan hij heel ver springen. In één sprong wel tien keer zijn lichaamslengte. Op deze manier kan hij sneller de weg naar het water vinden, maar kan hij ook ontsnappen aan vijanden. Een reiger is bijvoorbeeld gek op een lekker kikkertje.

Doen! Als een kikker net zo groot zou zijn als jij, dan kon hij 14 meter ver springen. Hoe ver kun jij springen? Stap 1: Maak tweetallen en ga naar buiten. Stap 2: Zet met stoepkrijt een streep op de tegels. Stap 3: Pak het meetlint en meet 14 meter uit. Zet daar weer een streep met stoepkrijt op de tegels. Dit is de afstand die een kikker van jouw grootte zou kunnen springen. Stap 4: Ga op de beginstreep staan. Maak nu je sprong zonder een aanloop! Stap 5: Zet met stoepkrijt een streepje op de plek waar je terecht gekomen bent. Stap 6: Meet nu met het meetlint hoe ver dat is vanaf de beginstreep. Stap 7: En? Hoe ver heb je gesprongen?

Wil je ook met andere dieren op reis? Klik hier! 

Dit artikel is tot stand gekomen dankzij informatie uit het lespakket van IVN Natuureducatie. Klik hier om het pakket te downloaden.