Het Drents heideschaap is heel oud. Al in de prehistorie liep dit schaap rond in Drenthe.
Vroeger was het schaap belangrijk voor de boeren in onze provincie. Zij verzamelden de mest van hun dieren en gooiden dat op de akkers. Zo zorgden zij ervoor dat ze meer graan konden oogsten.
Behoud van de heide
Door het gebruik van kunstmest is schapenmest niet meer nodig. Toch kun je het heideschaap nog steeds tegenkomen. Ze worden namelijk gebruikt om heidegebieden zoals het Dwingelderveld te begrazen. Als je de heide met rust zou laten, zou er na een tijdje bos ontstaan. Maar de schapen knabbelen alle jonge boompjes en struiken weg en zorgen er zo voor dat de heide blijft bestaan.
Wollige vacht
Een Drents heideschaap herken je aan de slanke bouw en de lange, wollige staart. De vacht is een beetje 'klitterig'. Omdat de wol van dit schaap al een beetje vervilt, is het zeer geschikt om textiel van te maken.
Rugligging
Soms komt een schaap op zijn rug terecht, bijvoorbeeld omdat zijn vacht erg zwaar geworden is. Het dier kan dan niet zelf opstaan. Daarom is het belangrijk dat je hulp inroept, als je een schaap op zijn rug ziet liggen.
Schapensporen
Ook al zie je de schapen zelf niet, dan nog kun je zien of er een schaap is langsgekomen. Het meest opvallende spoor zijn wel de kleine zwarte, ronde keutels die je overal op het Dwingelderveld kunt tegenkomen. Soms zie je in een hek of omheining plukken wol zitten.